Overslaan en naar de inhoud gaan

Programma

Gemixt woningprogramma op basis van woonvisie

Er wordt uitgegaan van verschillende woningtypologieën en deze zorgen voor een gemixte wijk. Er zijn onder andere beneden-bovenwoningen, rug-aan-rugwoningen, vrijstaande woningen, appartementen en rijtjeswoningen. Daarmee wordt de wijk gedifferentieerder dan de voorgaande fasen van Cronenburgh. Het grote voordeel is dat er daardoor verschillende doelgroepen kunnen worden bediend, ook in het betaalbare segment. Het ruimtelijk plan is dan ook nauwkeurig afgestemd op de Woonvisie 2023-2030 van de gemeente Stichtse Vecht. Daarin wordt de mogelijkheid geboden om middeldure huur (deels) in te kunnen wisselen voor bereikbare koop, wat nodig kan zijn vanwege de hoge ambities die de financiële haalbaarheid van het definitieve programma niet in de weg mogen staan.

Grotendeels grondgebonden woningen

Evenals in de eerste drie fasen van Cronenburgh bestaat het merendeel van de woningen uit laagbouw. De meeste van deze woningen liggen in het deelgebied Dorp als rijwoningen, tweekappers of vrijstaand aan een straat, incidenteel met een voortuin. In de gesloten bouwblokken grenzen de achtertuinen aan een achterpad of parkeerterrein, in de half open blokken aan een waterpartij. Enkele bijzondere woningtypen liggen aan een groenelement. Ook behoren verschillende grondgebonden woningen tot het deelgebied Klooster, waar zij deel uitmaken van een groter complex met appartementen. Het Boerenlint bestaat uit een hoekige slingerende laan met laagbouw, wat aansluit op het aangrenzende agrarische karakter.

Passende appartementen

In de eerste fasen van Cronenburgh komen wel appartementen voor maar deze zijn niet hoger dan de reguliere rijwoningen. Wel zijn er meerdere ‘specials’ aanwezig, bijzondere grondgebonden woningen met een grotere bouwhoogte. In fase IV zijn de appartementen en de ‘specials’ gecombineerd tot enkele hogere, bijzondere gebouwen van maximaal vier lagen. In de zuidwesthoek van het sfeergebied Dorp is een blokvormig volume geprojecteerd aan een pleinvormige ruimte. Een dergelijk bouwwerk zou bijvoorbeeld geïnspireerd kunnen zijn door het vroegere kasteel Kronenburgh, natuurlijk zonder dat er letterlijk sprake is van een kasteel. Tegenover dit blok komt een rij beneden-boven woningen, die de pleinruimte met hun achtertuin begrenzen.

Harmonie tussen sfeergebieden

Op de grens van Dorp en Klooster komt een langwerpig blok met de lange zijden aan een doorgaande straat en een waterpartij. Het zou kunnen verwijzen naar een landhuis, dat na de groei van het dorp in de bebouwde kom terecht is gekomen. De ommuurde tuin waar nu geparkeerd kan worden past daar goed bij.

In het sfeergebied Klooster komen naast de grondgebonden woningen ook drie appartementenblokken, waarvan één met beneden-boven woningen. Grotere bouwvolumes die onderdeel uitmaken van een klooster kunnen daarbij als voorbeeld dienen, zoals het convent (gemeenschappelijke woning), de refter (eetzaal) en natuurlijk het kloosterhof zelf. De ‘specials’ moeten aansluiten op het bestaande dorp en Cronenburgh fase IV. De bouwwerken mogen geen vreemde elementen worden in het dorpsbeeld en aangrenzende landschap. Evenals de ‘specials’ uit de eerdere fasen kunnen ze fungeren als accenten en herkenningspunten. En evenals in historische dorpen verlevendigen ze het straatbeeld en het silhouet en dragen ze bij aan de variatie van woonvormen.